Wat zijn inentingen?
Inentingen of vaccinaties worden gegeven om besmettelijke infectieziekten te voorkomen. Je krijgt dan een middel ingespoten waar je afweersysteem op reageert door het aanmaken van antistoffen. Als je dan later besmet raakt met een ziekteverwekker waartegen je bent ingeënt, herkent je afweersysteem deze ziekteverwekker en maakt het hier snel een grote hoeveelheid antistoffen tegen aan.
Vaccinaties bij kinderen
Het afweersysteem van jonge kinderen is vrijwel onuitputtelijk.
Soms al vóór de geboorte, maar in ieder geval zodra een baby is geboren, begint een nimmer aflatende strijd van het immuunsysteem tegen mogelijk gevaarlijke ziektes die ons omringen en in ons lichaam voorkomen. Het aantal ziekteverwekkers waarop het afweersysteem in een mensenleven reageert is ontelbaar. Het aantal vaccinaties valt in het niet bij alle bedreigingen waarop het immuunsysteem moet reageren. Er is dus geen enkele reden om aan te nemen dat het afweersysteem van jonge kinderen uitgeput raakt door vaccinaties.
Bijwerkingen
Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) komen ernstige bijwerkingen zeer zelden voor en zijn eventuele bijwerkingen meestal mild (zoals verschijnselen rond de prikplek, koorts en hangerigheid).[3] Volgens het RIVM weegt dit ruimschoots op tegen de risico's die ongevaccineerde mensen lopen. De veiligheid van alle verschillende vaccinaties wordt voortdurend in de gaten gehouden, onder andere door het RIVM. Voor meer informatie hierover, zie Rijksvaccinatieprogramma.
De meest voorkomende klachten na een vaccinatie zijn:
Roodheid, zwelling of pijn rond de prikplek.
Koorts.
Minder of meer slaap (bij baby's).
Hoe gaan inentingen zijn werk?
Een inenting is meestal een prik die je in je bovenarm krijgt. Baby’s krijgen de vaccinatie in het bovenbeen. Soms krijg je één soort vaccin meerdere malen toegediend, bijvoorbeeld om er voor te zorgen dat je levenslang beschermd bent tegen een bepaalde infectieziekte.
Een vaccin bevat een verzwakte of dode ziekteverwekker of een onderdeel van de ziekteverwekker. Je lichaam maakt antistoffen tegen de ziekteverwekker in het vaccin. Van die antistoffen wordt snel meer aangemaakt als je echt besmet raakt met een ziekte, omdat je afweersysteem de ziekteverwekker dan herkend. Er blijft je leven lang een kleine hoeveelheid antistoffen in je bloed circuleren.
Wanneer krijg je inentingen?
Er zijn verschillende momenten waarop je in aanmerking komt voor een vaccinatie. In Nederland is er een Rijksvaccinatieprogramma, waarbij kinderen van nul tot twaalf jaar in fasen worden ingeënt tegen twaalf infectieziekten. Het programma is niet verplicht, maar 95% van de kinderen in Nederland is ingeënt. Er wordt tegen de volgende ziektes gevaccineerd:
- Difterie.
- Kinkhoest.
- Tetanus.
- Polio.
- Haemophilus influenzae type b (Hib).
- Hepatitis B.
- Pneumokokken.
- Bof.
- Mazelen.
- Rodehond.
- Meningokokken C.
- Humaan Papillomavirus (HPV).
Maak jouw eigen website met JouwWeb